Heimwee
Ik heb heimwee. Heimwee naar de verzorgingsstaat. Niet alleen naar de traditionele verzorgingsstaat met haar sociale vangnetten en publieke voorzieningen, maar ook naar haar digitale evenknie die ik leerde kennen tijdens mijn tijd bij Spotify: de platform engineering organisatie die voor developers zorgde. Deze week werd deze heimwee een paar keer aangewakkerd.
Zorgeloos ontwikkelen
Bij Spotify was platform engineering geen afdeling die je vertelde wat je moest doen of eindeloze documentatie produceerde. Het was een organisatie die ervoor zorgde dat je als developer in een product team kon focussen op wat écht belangrijk was: waarde leveren aan gebruikers.
Als ik een Kubernetes cluster nodig had? Een paar klikken in Backstage, en binnen minuten was het er. Een nieuwe service opzetten? Een template kiezen, wat configuratie aanpassen, en je was vertrokken. Monitoring, logging, CI/CD? Allemaal geregeld. Ik hoefde me geen zorgen te maken over de infrastructuur - die was er gewoon, werkte gewoon, en werd voortdurend verbeterd.
Dit was de developer verzorgingsstaat in optima forma. Net zoals de traditionele verzorgingsstaat ervoor zorgde dat burgers zich geen zorgen hoefden te maken over basisbehoeften als gezondheidszorg, onderwijs en sociale zekerheid, zorgde platform engineering ervoor dat developers zich geen zorgen hoefden te maken over hun digitale basisbehoeften.
Backstage
Backstage is de interne developer portal bij Spotify en is inmiddels open source. Het doet dit soort dingen:
-
Software Catalogus: Centrale plek waar alle services, APIs, libraries, websites, ML-modellen en hun metadata zijn gedocumenteerd. In een overheidscontext zou dit inzicht geven in welke diensten er bestaan en wie verantwoordelijk is.
-
Templating: Voorgedefinieerde templates voor nieuwe services, websites en andere componenten. Binnen de overheid zou dit een uniforme, aan compliance voldoende startsituatie garanderen.
-
Infrastructuur provisioning: Direct aanvragen en beheren van Kubernetes clusters, databases, en andere resources. Dit zou het 90+ dagen durende proces bij de overheid kunnen terugbrengen tot minuten.
-
Documentatie: Technische documentatie direct naast de code, altijd up-to-date. In overheidscontext zou dit de vaak versnipperde en verouderde documentatie kunnen vervangen.
-
Observability: Live inzicht in performance, fouten en gebruik van services. Voor de overheid zou dit transparantie en verantwoording kunnen verbeteren.
-
Identity en toegangsbeheer: Ingebouwd rechtensysteem, wat essentieel is in de privacygevoelige omgeving van de overheid.
-
Dataset catalogus: Overzicht van beschikbare datasets, hun eigenaren en toegangsrechten. Dit zou het gegevensbeheer binnen de overheid drastisch kunnen verbeteren.
Best veel van deze ingredienten hebben we al bij de overheid (denk aan API Register, data.overheid.nl). Maar de kracht van Backstage ligt niet in deze functies afzonderlijk, maar in de integratie ervan in één platform. Het is gebouwd door een team dat de dagelijkse uitdagingen van developers begrijpt en die echt wil oplossen.
De koude douche
En toen kwam ik bij de overheid. De aanvraag voor een simpele Kubernetes omgeving: negentig dagen. Tientallen e-mails. Meerdere vergaderingen. Eindeloze formulieren.
Het was alsof ik van een wereld met uitgebreide sociale voorzieningen verhuisde naar een plek waar je voor elke basisbehoefte moest vechten. Van een verzorgingsstaat naar een participatiesamenleving.
Het maakte me extra bewust van wat ik voor lief had genomen. De infrastructuur, de tools, de platforms - ze waren niet vanzelfsprekend; ze waren het resultaat van gerichte investeringen, van een cultuur die begreep dat je developers moet ondersteunen om innovatie mogelijk te maken.
Zelfredzaam of zelfredzaam?
De parallel met de verzorgingsstaat gaat verder dan oppervlakkige vergelijkingen. Net zoals er bij de afbouw van de verzorgingsstaat wordt gesproken over “zelfredzaamheid” en “eigen verantwoordelijkheid”, hoor ik in technische discussies vaak soortgelijke argumenten.
- “Teams moeten zelf verantwoordelijk zijn voor hun infrastructuur.”
- “DevOps betekent dat ontwikkelaars alles zelf doen.”
- “We moeten een zelfredzame cultuur creëren.”
Maar er schuilt een misvatting in deze gedachtegang. Zelfredzaamheid betekent niet dat iedereen alles zelf moet doen. Het betekent dat teams alles zelf kunnen doen, dat ze in staat zijn om hun doelen te bereiken, ondersteund door de juiste middelen en platformen.
Bij Spotify waren teams uiterst zelfredzaam - juist omdát ze ondersteund werden door robuuste platforms. Ze hoefden het wiel niet opnieuw uit te vinden, ze konden bouwen op wat er al was. Dat maakte ze niet minder capabel of verantwoordelijk; het maakte ze effectiever.
Het experiment
Te midden van deze heimwee zijn we niet bij de pakken neer gaan zitten. Met collega’s zijn we de Nederlandse Richtlijn Digitale Systemen (NeRDS) aan het ontwikkelen. Het is nu nog een experiment, een prototype dat laat zien hoe een interface eruit zou kunnen zien waarmee je - vooralsnog in theorie - eenvoudig een Kubernetes cluster zou kunnen aanmaken. Zo zou dat er uit kunnen zien:
Wat als we dit zouden doen, en zouden beginnen met een “Free-tier” optie, zonder initiele doorbelasting of bureaucratische processen? Een eenvoudig platform dat direct waarde levert aan ontwikkelteams binnen de overheid?
De droom
Ik droom van een overheid waar platform engineering niet als een kostenpost wordt gezien, maar als een investering. Waar ontwikkelteams niet afhankelijk zijn van de grillen van commerciële cloudproviders (of de leiding van een land waar ze in gevestigd zijn) of vastlopen in bureaucratische processen, maar kunnen bouwen op een solide, soevereine infrastructuur.
Waar architectuurprincipes niet worden opgelegd via dikke documenten, maar worden ingebakken in gebruiksvriendelijke platforms. Waar compliance en beveiliging geen hindernissen zijn, maar features van het platform.
Deze droom is niet alleen nostalgisch verlangen naar mijn tijd bij Spotify. Het is een visie op hoe een moderne, digitale overheid zou kunnen functioneren. Een overheid die niet alleen praat over digitale transformatie, maar die daadwerkelijk de voorwaarden schept om deze mogelijk te maken.
Klein beginnen
Hoe komen we daar? Niet door grote, risicovolle projecten te starten die jaren duren en miljarden kosten. Maar door klein te beginnen, met laaghangend fruit en concrete pijnpunten.
Door te laten zien wat mogelijk is, in plaats van er alleen over te praten. Door platformen te bouwen die zo waardevol zijn dat teams ze willen gebruiken, niet omdat het moet, maar omdat het hun leven eenvoudiger maakt.
Misschien is dat wel de grootste les die ik heb geleerd van mijn tijd bij Spotify: effectieve platforms worden niet van bovenaf opgelegd. Ze groeien organisch, omdat ze voorzien in echte behoeften. Ze winnen aan populariteit omdat ze werken, niet omdat ze in een architectuurdocument staan.